Een dagje uit mijn quarantaineleven

English

Het is zaterdagochtend. Ik zit op de bank met een kop koffie en een dinosauruskoek. De laatste. En dat doet me denken aan de gesloten grens met België; daar haal ik deze klassieker altijd. ‘Kleine plezierkes’ noem ik ze. Maar dat kan nu voorlopig helaas niet, maar ik geniet er desalniettemin van, met een korte doop in de koffie. Kan ik van harte aanbevelen.

Beneden op de parkeerplaats van de supermarkt wordt voor de zoveelste keer een 1,5 meter incident uitgevochten. Er zou een speciale politie-unit voor kunnen worden opgericht, zo vaak als ik een wagen zie voorrijden in deze tijden. Het is en blijft bijzonder hoe zoiets concreets als een afstand tot zoveel discussie kan leiden en dat zelfs zonder in te moeten parkeren. Deze keer een potige kerel met zachtroze boodschappentas en een dame met kortpittig kapsel die zegt dat ze een rolmaat in de auto heeft om de man eens te laten zien wat 1,5 meter is. Op zijn beurt geeft hij aan de dame haar zicht voor lengte volledig te ontnemen. Gezellig. Ik sluit de balkondeur en maak me klaar voor een workout.

De ochtend heeft een zumba-les via Zoom in petto voor mij. Ik zou er normaal mijn bed niet voor uit komen, zo’n digitale les, maar nu is het één van de weinige manieren om toch een beetje dat ‘samen sporten’ gevoel te krijgen. Na een uurtje in het zweet werken schuif ik mezelf onder de douche, denkend aan het feit dat ik zoooo graag een bad wil. Zeker nu. Dat is één van de dingen waar ik zo van geniet: stomen in een goddelijk warm bad. Met de temperaturen die ik uit de kraan laat komen gaat corona sowieso dood. Twee vliegen in één klap. Maar we moeten het doen met een douche. Nadat elke vezel op rimpelen staat, kruip ik in mijn badjas op de bank met een boek. ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’, van Rodaan Al Galidi, over de bureaucratie in ons systeem en een kijkje in een leven in een AZC. Van boeken lezen word ik bijna altijd slaperig. Spannend of niet; met een beetje pech valt het ding vroeg of laat op mijn hoofd. Gebeurt af en toe ook met mijn telefoon. Die laatste geeft pijnlijkere deuken.

’s Middags komt een vriendin langs. Veel mensen in mijn omgeving hebben tijdelijk besloten niet meer af te spreken, maar enkele vrienden staan gelukkig nog wel open om af te spreken en dat is voor mij heel belangrijk; ik hecht veel waarde aan mijn sociale leven. Ik fix nog snel wat gezellige aardbeien en snoeptomaten voor zo meteen. Een bezoek aan de supermarkt dus. Waar men eerst nog als winkel de leiding nam en alle karretjes door een medewerker werden schoongemaakt en opnieuw aangeboden, moet je dat nu steeds vaker zelf doen. Door gebruik te maken van een sprayfles. Denk. Even. Na. Dan ontsmet je je karretje met een fles waar al die mensen aan zitten. Dus word je dan niet besmet via het karretje maar via het handvat van de fles. En niemand denkt daarover na. Bizarre toestanden van mensen die mondkapjes dragen en die uit gemak tussendoor even op hun hoofd zetten als een zonnebril. Of mensen met handschoenen die daarmee even krabben aan hun neus. Geen probleem, want met handschoenen ben je veilig. Of zoals een eigenaar van een seksclub in een interview zei (toen ze nog open waren, red.): “We adviseren de dames geen handen te geven tijdens de seks.” Bizar en hilarisch. Je moet voor de lol eens gewoon een beetje mensen kijken in en om de winkels. Op een terras kan het nu toch niet.

Liefs,

Bridget

Scroll naar boven